In literatuur over focus en mentale belasting wordt dit treffend omschreven. 

Zo stellen de auteurs die het boek Van brokkelbrein naar focus hebben geschreven, dat “een brein dat voortdurend wordt onderbroken, uiteindelijk geen diepe aandacht meer kan vasthouden.” 

Het is een herkenbaar beeld: hoe meer prikkels, hoe brokkeliger ons brein wordt. 

Maar wat zegt de belangrijkste literatuurbron – de Bijbel – hiervan?

Prediker is met uitstek een boek dat deze thematiek beetpakt. Met name in Prediker 4 lezen we Bijbelteksten die ons hierin concrete lessen geven. 

Te weinig werken is geen optie

“De zot vouwt zijn handen samen en eet zijn eigen vlees.” (Pred. 4:5) 

Luiheid is geen deugd. God heeft ons de taak gegeven om te werken, te bouwen en verantwoordelijkheid te dragen. 

Maar te veel werken óók niet

“Een hand vol met rust is beter, dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes.” (Pred. 4:6) 

Een open hand met rust is beter dan beide vuisten vol met arbeid die de geest kwellen. Als we teveel werken, kwellen we onze geest ermee! Overwerk put onze ziel uit. We herkennen het in stress, burn-out en mentale overbelasting. 

Waar doen we het eigenlijk voor?

“Nochtans is van al zijn arbeid geen einde; ook wordt zijn oog niet verzadigd van den rijkdom, en zegt niet: Voor wien arbeide ik toch, en doe mijn ziel gebrek hebben van het goede?” (Pred. 4:8) 

Waarom werken we? Waar doen we het allemaal voor? Vaak jagen we achter “meer” aan. We denken dat “meer”, meer geluk geeft. Maar werken we wel tot eer van God? 

Wat is het doel van ons leven?

“En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.” (Pred. 12:1) 

Prediker nodigt ons uit om te leven met een hoger doel. Wanneer God centraal staat, verschuift onze focus. Van leven bij de dag, naar leven voor een hoger doel, namelijk, het gedenken aan onze Schepper. We hebben nu nog energie om God te zoeken. We leven nog in de goede dagen. Waar we ons eerst om moeten bekommeren is het zoeken van God. 

God geeft ons nog veel

“Ziet, wat ik gezien heb, een goede zaak, die schoon is: te eten en te drinken, en te genieten het goede van al zijn arbeid, dien hij bearbeid heeft onder de zon, gedurende het getal der dagen zijns levens, hetwelk God hem geeft; want dat is zijn deel.” (Pred. 5:17) 

God geeft ons nog veel, ook buiten het paradijs. Waarom zouden we dan juist ook niet genieten van de goede gaven die Hij ons geeft?