Het rapport á 105 pagina’s bevat een makkelijk leesbare samenvatting van twaalf pagina’s en vier toegankelijke infographics met de voornaamste feiten:

GS-vitaal licht er graag drie relevante resultaten voor u uit:

  1. Forse daling aantal nieuwe WW-uitkeringen

  2. Werkdruk blijft aandachtspunt

  3. Burn-outklachten in onderwijs

1.     Forse daling aantal nieuwe WW-uitkeringen

De afgelopen jaren is het aantal (nieuwe) WW-uitkeringen in het primair onderwijs sterk afgenomen. Kwamen er in 2017 nog 3.728 nieuwe WW-uitkeringen bij, in 2021 is dit aantal teruggelopen tot 1.558. Waarschijnlijk komt dit doordat de baankansen in het onderwijs, vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, sterk zijn toegenomen. In december 2021 ontvingen in totaal zo’n 1.301 medewerkers uit het primair onderwijs een WW-uitkering. In december 2017 was dit aantal nog 4.722. Dit betekent dat het aantal WW’ers in de sector de afgelopen jaren fors gedaald is.

BWGS

Het aantal WW’ers met een uitkering die voor rekening van BWGS komt, is in dezelfde periode ook meer dan gehalveerd. Van 85 personen in 2017 naar 41 personen in 2021. In 2021 hebben we 17 nieuwe WW-uitkeringen voor onze rekening, terwijl we 23 WW-uitkeringen konden beëindigen.

Nieuwe uitkeringen vooral toegekend aan 55-plussers

Een groot deel – bijna twee op de drie – WW’ers is 55 jaar of ouder, maar ook nieuwe WW-uitkeringen worden over het algemeen toegekend aan 55-plussers: in 2021 gold dit voor ruim 42 procent van de nieuwe WW-uitkeringen.

Een derde WW-uitkeringen van korte duur

Door een substantieel deel van de WW’ers wordt slechts kort gebruik gemaakt van een uitkering: Een derde van de WW-uitkeringen wordt binnen zes maanden beëindigd. Echter, ook bijna een derde duurt één tot twee jaar. De maximale duur van een WW-uitkering is 24 maanden.

2.     Werkdruk blijft aandachtspunt

Ondanks alle inspanningen om de werkdruk te verlagen, blijft de werkdruk in het primair onderwijs een punt van aandacht. Zo’n 61 procent van het personeel geeft aan vaak tot altijd heel veel te moeten werken en nog eens zo’n 44 procent geeft aan vaak of altijd extra hard te moeten werken. Beide vormen van werkdruk worden vaker ervaren door directiepersoneel dan door leraren, en vaker door leraren dan door ondersteuners. Onder startende leraren ervaart 56 procent (zeer) veel werkdruk. Hoewel dit nog steeds een hoog percentage is, is de ervaren werkdruk onder startende leraren de afgelopen jaren afgenomen. Mogelijk heeft dit te maken met verbeterde begeleiding.

Emotioneel zwaar werk

Naast de hoge kwantitatieve taakeisen vindt een deel van het personeel het werk ook emotioneel zwaar. Zo raakt circa een derde van het personeel vaak/altijd emotioneel betrokken bij het werk. Ook is het werk volgens bijna een kwart van het personeel vaak/altijd emotioneel veeleisend. Dat de ervaren werkdruk in de sector hoog is, zien we ook terug in de behoefte aan arbo-maatregelen op dit gebied. Zo vindt ruim 60 procent van het personeel dat er arbo-maatregelen nodig zijn ten aanzien van werkdruk en werkstress, met name omdat de genomen maatregelen onvoldoende zijn.

3.     Burn-outklachten in onderwijs

Daarnaast komt uit de arbeidsmarktanalyse dat een deel van het personeel last heeft van burn-outklachten, die een aantal keren per maand tot elke dag voorkomen. Zo voelt 39 procent van het personeel zich leeg aan het einde van een werkdag. Dit is daarmee de meest voorkomende burn-outklacht. Ook voelt bijna 21 procent van de werkenden zich emotioneel uitgeput door het werk en is ongeveer een even groot deel moe als ze opstaan en geconfronteerd worden met werk.